Gans de worst
Eén keer mee op jacht en je hebt weken schrijfstof. Fijn voor mij, fijn voor u en fijn voor de gesneuvelde ganzen die zo toch een beetje voortleven. Alhoewel ik niet zeker weet waar ze zelf voor gekozen zouden hebben. Fijn ook voor de smaakpapillen trouwens, laten we dat niet vergeten. Want meneer verwerkte een zijn voorraad ganzenvlees tot worst. Ganzenworst. Dat eet je niet elke dag. Sterker nog, meneer kan zich slechts een maal heugen en dat was tíjdens het jagen zelf. Dat smaakte in ieder geval uitstekend.
Meneer nam één deel ganzenborst, één deel varkensschouderkarbonade en één deel spekvet. Tezamen was het ruim een kilo. Hij vroor de stukken vlees een beetje aan, sneed ze in stukken en haalde ze door zijn nieuwe gehaktmolen (die ondanks zijn LIDL afkomst Charlotte ruimschoots overtrof en gelukkig niet vastliep op een hageltje). Vervolgens kruidde meneer dit gehakt terughoudend, om straks de ganzensmaak ten volle te kunnen ervaren: 23 gram nitrietzout en peper een beetje op de gok. Na toevoegen van een scheutje water, een paar gram GDL (startercultuur) en een half zakje melkpoeder liet meneer zijn Robust keukenmachine het gehakt mengen tot een plakkerige pasta. Wat een genot dat niet meer met de hand te hoeven doen. Alfred zorgde vervolgens voor het stoppen en na 24 uur onder de CV ketel gehangen te hebben verhuisden de worsten voor twee weken naar de Wateetons droogruimte annex fietsenberging annex SM kelder.
En jawel hoor, alsof het niks is. Geweldig! Een prachtige dieprode kleur, een uitstekende binding, een geweldige vet/vleesverhouding en een spannende licht wilderige smaak, pikant en met een touch rook (meneer had gerookt spek gebruikt). Die meneer, hoe flikt hij het toch altijd weer.